Eindtijdstudie


DEEL 2 - RICHT JE OP GOD

 

HEILIGING

Voordat we ons gaan bezig houden met de wederkomst van Jezus Christus, allereerst een oproep. Een bijbelse oproep om je bezig te houden met God en zijn woord. Dat is heel belangrijk in de tijd waarin we nu leven, zoals je zult merken als je leest wat er in de bijbel over geschreven wordt. Wanneer je acht slaat op de dingen die vandaag de dag gebeuren, moeten juist de gelovigen gaan staan in het geloof. Er slapen veel gelovigen. (Als je slaapt dan lig je, maar je moet wakker worden en gaan staan.) Daarom staan we eerst stil bij deze belangrijke bijbelse oproep.

 

Luc 21: 28 (rede over de laatste dingen) Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.' We moeten dus alert zijn en blijven en ons op God richten.

 

Onze verlossing ‘genaakt’, dat betekent dat we deze verwachten.

 

We moeten de wederkomst niet loskoppelen met onze levenswandel. Het is belangrijk je te realiseren dat je heel theoretisch over de wederkomst kunt spreken, maar als je er niet naar handelt en wandelt, heb je er eigenlijk niets aan. Het gevaar dreigt dat je verwaand wordt door de kennis die je hebt verkregen, je kunt elkaar daar mee om de oren slaan. Maar… het moet een deel van je worden. Als je bij de Heer hoort, hoor je bij de Gemeente van de Here Jezus. Je moet je oprichten, je hoofd opheffen, gaan staan in het geloof en je klaar maken om je Heer te ontmoeten.

 

Rom 13: 11-12 Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!  Laten we ons dus oprichten tot God en niet onze aandacht laten afleiden door wereldse zaken. We moeten de wapenen des lichts aandoen, want de morgen komt eraan. Nu leven we in de nacht, deze is ver gevorderd. Hoe verder de nacht gevorderd is, hoe langer het zonlicht weg is, hoe donkerder het is; dat betekent: hoe meer zonde er heerst.

 

Ef 4: 17-24 Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij hebt toch van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongt wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.' Dit betekent dat we onze oude menselijke natuur, als oude kleren, uit moeten trekken en de nieuwe natuur, in Christus, aantrekken.

 

We moeten in deze tijd onze verantwoordelijkheid nemen en ons nog meer afzonderen (=heiligen).

 

Openb 22: 11 (over de tijd die vooraf gaat aan de wederkomst) Wie onrecht doet, hij doet nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.'

Dit zegt de Here Jezus tegen de Gemeente. Ieders eigenschappen worden in de tijd voor de wederkomst, nog intenser.

 

We moeten worden vervuld met de waarheid en daarin groeien.

Kolos 1: 9b t/m 14...dat gij met de rechte kennis van zijn wil vervuld moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 

(Paulus bidt hier om ware kennis van Gods wil door alle wijsheid en geestelijk inzicht om)… om de Here waardig te wandelen, Hem in alles te behagen, in alle goed werk vrucht te dragen en op te wassen in de rechte kennis van God. (Met opwassen wordt ‘groeien’ bedoeld.) Nu volgt een geweldige belofte daarop: Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volharding en geduld,  en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht.'

(1 Kor 2: 9 Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben.)!!!

Je moet daarom steeds de Vader danken voor datgene wat hij voor jou in petto heeft.

Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden.'

 

Nog even over ‘het erfdeel der heiligen’: denk eraan, wie heilig is wordt nog heiliger, want vlees en bloed kunnen het koninkrijk van God niet beërven (1 Kor 15: 50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet.')

 

En zoals een ander bijbelgedeelte zegt: zonder heiliging kunnen we de Here niet zien. (Hebr 12: 14 Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.') 

 

Hoe meer je weet dat de Heer komt voor zijn Gemeente, des te groter is je verantwoordelijkheid. Dan moet de Heilige Geest je dringen om je nog meer af te zonderen (heiligen).

Als je verlost bent, dan heb je vergeving van zonden ontvangen door zijn bloed, dan ben je verlost uit de macht der duisternis en reeds overgebracht in het koninkrijk van de ‘zoon zijner liefde’.

Ons gebed is heel belangrijk: “uw Koninkrijk kome”; daar zien we naar uit, dat is onze grote hoop. 

 

In deze bijbeltekst lezen we een oproep om nog méér te leven naar Gods wil: 1 Tess 4: 1 t/m 12 Voorts dan, broeders, vragen wij en vermanen wij u in de Here Jezus, dat gij, zoals gij van ons vernomen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, zoals gij ook inderdaad wandelt, dat nog meer doet. Want gij weet, welke voorschriften wij u gegeven hebben door de Here Jezus. Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiligheid en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten, en dat men zijn  broeder niet slecht behandele of bedriege in deze zaak, want de Here is een wreker van dit alles, zoals wij u ook vroeger gezegd en nadrukkelijk betuigd hebben. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging. Daarom, wie dit verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u immers ook zijn Heilige Geest geeft. Over de broederliefde is het niet nodig u te schrijven…Maar wij vermanen u, broeders, dit nog veel meer te doen, en er een eer in te stellen rustig te blijven en uw eigen zaken te behartigen en met uw handen te werken, zoals wij u bevolen hebben, opdat gij u behoorlijk gedraagt ten aanzien van hen, die buiten staan, zonder iets nodig te hebben.

 

Kolos 3 : 1 t/m 3 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenk de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God.'

 

GELOOFSSTRIJD

Het zal niet makkelijk zijn op aarde, want er zal geloofsstrijd zijn totdat Jezus komt. 1 Tim 6: 12 t/m 14 Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt… Ik beveel voor God… dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus.

We moeten strijden; maar niet tegen vlees en bloed. En ook niet onze christelijke democratie proberen te verdedigen met nieuwe gruwelijke wapens, dat is geen getuigenis van het christendom. De Here Jezus bad iets heel anders, zoals later ook Stefanus deed, toen hij gestenigd werd. Ze zeiden niet: “vernietig al deze fanatieke mensen”, maar… “Heer, vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen”. (Daarbij moeten we niet loskoppelen wat ergens anders in de bijbel staat over de overheid, nl. dat deze best het zwaard mag hanteren, ze mag iemand arresteren en voor de rechtbank brengen; maar dat is iets heel anders dan keihard terug te slaan, waardoor opnieuw zeer vele onschuldige mensen omkomen. ‘Oog om oog en tand om tand’ is niet de nieuwtestamentische leer.)

Wij hebben een andere strijd te strijden: “strijd de goede strijd des geloofs” en daar staat nog bij dat het eeuwige leven je wordt aangereikt, maar je moet het wel pakken. Hier klinkt een gebod om te strijden én het eeuwige leven te grijpen, totdat de Here Jezus komt.

 

VERWACHTING

We leven nu nog in een bezette wereld. Zijn koningschap in deze wereld gaat nog komen, dat verwachten wij. Zoals we ook bidden: Zijn koninkrijk kome.

 

Tit 2: 11 t/m 15 Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus, die Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken. Spreek hiervan, vermaan en weerleg met alle nadruk: niemand mag u verachten.'

 

Hier wordt eerst terug gegrepen naar de eerste komst van de Here Jezus, toen Hij het heil bracht voor alle mensen; want Hij is voor de verzoening van de zonden van iedereen naar de aarde gekomen, destijds. Hij heeft aan het kruis de verlossing gebracht, dat is voltooid. Dat is het centrale punt in de wereldgeschiedenis: Het Kruis.

Verder gaat het over de tweede komst van Jezus, want we zijn daarover nog in ‘verwachting’.

We leven momenteel tussen de eerste komst en de tweede, de wederkomst. We moeten in een adventshouding leven. Gelovigen door alle eeuwen heen horen steeds te verwachten dat de Here Jezus komt.

Naarmate de komst dichterbij komt, zien we meer dingen geopenbaard worden, zodat je denk dat Hij nu elk ogenblik kan komen. Maar dat dachten ze in de dagen van Paulus ook! En waarom was dat zo: omdat de hoop daarop hun kracht was (in de moeilijke tijd waarin ze leefden), om te volharden. Ze dachten over wat keizer Nero deed aan christenvervolgingen, dat dat het ergste was wat ze kon overkomen. Daarom verwachtten zij dat de Here Jezus spoedig zou komen. Later zien we steeds meer dat de bijbel de tekenen der tijden openbaard; daarbij kun je denken aan Israël. Terugkijkend kun je zeggen dat Jezus toen nog niet terug kón komen, maar die visie hadden ze toen nog niet.

 

Je ziet dus dat de Here Jezus de eerste keer komt in de gestalte van een dienstknecht en absoluut nog niet als koning! Zelfs als men Hem tot koning wil maken, wijst Hij dat af. Denk maar aan de intocht in Jeruzalem op palmpasen. Op dat moment denken de mensen dat Jezus de Romeinen gaat wegjagen en dat hét koninkrijk komt! Maar nee, zijn Koninkrijk kwam nog niet. Ook Israël zag daarnaar uit, want als het Koninkrijk komt, is Israël ‘het hoofd der naties’. Maar Jezus pakt een ezel, een lastdier; om te laten zien de Hij eerst de lasten gaat dragen, de zonden van de mensen. Het ‘hosanna’ is nog niet aan de orde.

Bij de tweede komst, de wederkomst, komt Hij in heerlijkheid. Dan zien we een hele andere Here Jezus. Maar dat gaan we in volgende hoofdstukken verder onderzoeken.

 

Hebr 9: 28 Zo zal ook Christus, nadat Hij zich eenmaal geofferd heeft om veler zonden op zich te nemen, ten tweede male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten.'

 

Dat is iets geweldigs: bij zijn eerste komst droeg Hij de zonden der wereld en bij de eerste fase van de wederkomst, ontmoet Hij de zijnen. En de zijnen zijn op dat moment: zonder zonde! (Je kunt het haast niet bevatten). Want we zullen zijn gelijk Hij is (1 Joh 3: 2  Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; maar wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.') Het is een geweldig heil, voor diegenen die Hem tot hun heil verwachten. Daarom is het enorm belangrijk dat we gaan staan en onze hoofden omhoog heffen, want onze verlossing ‘genaakt’. En de tekenen moeten je wakker schudden.

Niet alleen de wereld raakt in rep en roer, en bereid zich voor op iemand die moeilijke zaken op gaat lossen. Dat zal de antichrist zijn, hij weet straks de oplossingen. Dat weten de hedendaagse volkeren nog niet, nu is het nog geweld op geweld. Maar straks komt er één die denkt dat hij vrede kan brengen. Je kunt je voorstellen dat iedereen die persoon omarmt. Diegene die (tijdens de bare tijden die er op aarde zijn) weet hoe hij alle volkeren, wereldwijd tot elkaar kan brengen, alle groeperingen en godsdiensten. Hij verkondigd dat hij vrede kan maken en dat gaat gepaard met grote wonderen en tekenen.

Maar…wij verwachten ons heil van boven, een hele andere Heiland. Het is belangrijk dat we de verlossing van de Here Jezus verwachten! 

 

Kinderen van God moeten waakzaam kijken naar de gebeurtenissen in de wereld.

Als er erge gebeurtenissen plaatsvinden, zoals de ramp in Amerika (11 sept 2001) bijvoorbeeld, dan reageren ongelovigen daarop (als ze weten dat je in God geloofd) door te vragen: “Is dat nu jouw God?”. En : “Als God bestaat, waarom laat Hij dit toe?”.

Geloven we in een God die nu regeert en dit allemaal toelaat? We zingen zelf vaak “de Heer regeert”. Hoe kunnen we die verschrikkelijke dingen dan verklaren. We moeten ons beseffen dat dat in het bijbelse perspectief gezien moet worden. Want als God nu regeert, dan zouden dit soort rampen niet gebeuren. Maar we wonen nu nog in bezet gebied. De overste der wereld (= de duivel) regeert nu nog. Zoals je kunt weten als je eraan denkt dat de duivel zijn koninkrijken aanbood aan de Here Jezus, toen deze op aarde was, in de woestijn. De Here Jezus hoefde maar voor hem te knielen en hem te aanbidden en Hij zou alles ontvangen uit zijn hand. Jezus reageerde daarop met wijsheid, nl. door te zeggen dat je alleen de Here God zult aanbidden.

 

Dit is te lezen in Matt 4: 8 t/m 10 Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.'

Maar… wij verwachten de grote shalom: het vrederijk van gerechtigheid. Wanneer de Here Jezus op de grote Davidstroon gaat zitten om zijn koningschap op te nemen en te regeren.

Momenteel zijn wij zijn nog vreemdelingen en bijwoners. Zie 1 Petr 2: 11 Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen,( dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel;)

We zijn geen burgers van dit koninkrijk hier en nu; zoals Jezus zijn discipelen ook leerde bidden, in Matt 5: 10:uw Koninkrijk kome” en vervolgend “uw wil geschiede”. Gods wil zal dan tot uitvoer worden gebracht “in de hemel en op de aarde”.

Wij verwachten de verlossing. Je kunt God niet de schuld geven van de verschrikkelijke rampen. (Zoals in de tweede wereld oorlog Nederland bezet was, kon je de toenmalige Nederlandse regering die in Canada en in Londen verbleef, niet de schuld geven van wat hier gebeurde.)

 

Het geweld neemt toe momenteel, ook in ons land. En het zal alleen maar erger worden zo leert de bijbel.

 

Matt 24: 37 t/m 39 Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen voor de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.'

 

Het was als volgt in de tijd van Noach:

Gen 6: 11, 12 (ten tijde van Noach) De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. En God zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven.'

 

1 Tim 6: 15, 16  (vs 14 …dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, ) welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.'

Straks, kunnen we door de Here Jezus wel in dit licht komen. Maar vlees en bloed kunnen dat niet. Daarom weten we dat wij, als de Here Jezus terug komt, Hem niet alleen maar kunnen zien, maar… we zullen ook aan Hem gelijk worden!

 

We lezen in Openb 22: 17a  En de Geest en de bruid zeggen: Kom! (De bruid staat symbool voor de Gemeente.)

Alleen als je er klaar voor bent zeg je: “kom”, als je er niet klaar voor bent, hoop je dat het nog niet komt.

 

Openb 22: 17b En wie het hoort zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome en wie wil neme het water des levens om niet.'

Wat heerlijk zal het zijn als tijdens het komende vrederijk, de Here Jezus op aarde komt en alle tranen zal afwissen, daar moeten we allemaal naar uitzien, zeker de gelovigen.

 

Kolos 3 : 4 Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.'

In deze tekst staat al een onvoorstelbare toekomstbelofte. Maar daarover zullen we het in volgende hoofdstukken gaan hebben. God roept ons op, om zo deel te krijgen aan wat Hij voor ons in de toekomst heeft weggelegd.


Door naar Eindtijdstudie 3

unsplash