Eindtijdstudie


DEEL 4 - TUSSEN TWEE FASES

 

Nadat de ‘dag van Jezus Christus’, is begonnen (met de opname van de Gemeente) zal direct of na een aantal jaar (dat is niet bekend), een periode van zeven jaar aanbreken. Deze periode heet: ‘de verdrukking’ of ook wel: ‘de ure der verzoeking’.

Deze zevenjarige periode begint bij het aan de macht komen van de antichrist.

De laatste drieënhalf jaar van die zevenjarige periode wordt ‘de Grote Verdrukking’ genoemd. 

 

DE ANTICHRIST KOMT OP - SCHIJNVREDE - OORLOG

De antichrist krijgt zeven jaren om te heersen, zonder de weerhouder (=de Heilige Geest), die hem weerstand kan bieden. Er komt dan eerst een schijnvrede. Deze periode duurt drieënhalf jaar. De antichrist gaat dé oplossingen brengen in het midden oosten. De antichrist is niet een of andere Hitler, maar hij lijkt een heel vroom mens. Hij profileert zich als de christus. Velen nemen hem aan. Het lijkt alsof zijn rijk hét is.

 

2 Tess 2: 8 t/m 11 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.  Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten tekenen en bedrieglijke wonderen,  en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.  En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven.'

De antichrist komt met grote wonderen en tekenen op. En God zorgt ervoor dat iedereen die de waarheid niet heeft aanvaard, de leugen aanneemt. 

 

Luc 18: 8b Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?'

Alle denominaties gaan samen. Er komt één grote wereldkerk, zonder Christus. Want er zal in die tijd één godsdienstig stelsel zijn en daaruit komt de antichrist voort.

Als de Gemeente weggenomen is, is er dus nog wel geloof, maar niet het ware geloof (in Christus).

In de bijbel wordt over deze wereldkerk geschreven. Ze wordt gesymboliseerd door een vrouw, die de bedenker is van allerlei verkeerde denkbeelden die in het Woord van God worden gestopt. Zij heeft zogezegd overspel gepleegd. Johannes verbaast zich erover wat er van het godsdienstig stelsel geworden is. De vrouw staat voor macht en verleiding. Ze is nu al in de wereld; ze vertegenwoordigd al 2000 jaar de religieuze systemen en het uiterlijke vertoon van macht en weelde.

Openb 17: 3 t/m 6 En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. En de vrouw was gehuld in purper en scharlaken en rijk versierd met goud, edelgesteente en paarlen, en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een geheimenis: het grote Babylon, moeder van de hoeren en van de gruwelen der aarde. En ik zag de vrouw dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus.'

Vele martelaren zullen sterven, want de vrouw wordt zelfs dronken van al hun bloed. Het gaat om bedwelmend veel bloed; zoveel dat ze er dronken van wordt.

(Er zijn ook al veel martelaren gestorven. Denk aan de brandstapels van vroeger tijden.)

 

Openb 18: 1 t/m 3 Hierna zag ik een andere engel, die grote macht had, nederdalen uit de hemel, en de aarde werd door zijn lichtglans verlicht. En hij riep met sterke stem, zeggende: Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen, een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte, omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid.

De vrouw heeft iedereen dronken gevoerd.'

 

Na drieënhalf jaar keert het tij.

Openb 12: 7 t/m 12 En er kwam oorlog in de hemel; Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen Draakvoerden oorlog, maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd op de aarde geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen.  En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft.'

De oorlog die gevoerd wordt in de hemel, wordt niet wordt niet gevoerd in het gedeelte waar God is, maar het stuk heelal net om de aarde heen. (Denk aan de 3de en de 7de hemel enz.) Vanuit de hemelse gewesten wordt de duivel op aarde geworpen. Hij heeft nog maar een korte tijd om te regeren.

 

Dan 9: 24 t/m 27 En hij* zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.'

*(‘Hij’ is een vorst die komen zal. Er wordt in voorafgaande bijbelgedeelte een verbond gesloten met Jeruzalem. Verder gaat het over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel.)

Dit gedeelte vertelt ons dat de vorst die zal komen (de antichrist) een verbond zal maken met Israël, waarmee de zevenjarige periode zal beginnen, dat dit verbond vervolgens halverwege de zeven jaar verbroken zal worden door de herbouwde tempel in Jeruzalem te ontheiligen.

Over het laatste lezen we ook in:

2 Tess 2: 3, 4 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.

De antichrist neemt zelf plaats op de troon van de herbouwde tempel in Jeruzalem. 

 

ISRAËL EN HEIDENEN BEKEREN ZICH/ OORDELEN VAN GOD

Er zullen tijdens de zevenjarige periode, op aarde, verschrikkelijke dingen gebeuren. Tijdens die periode komen ook oordelen van God. Dat is bedoeld om slapers wakker te maken. Heel de wereld zal dan weten dat God bestaat. De wereld erkent dat God deze periode zijn toorn gaat uitstorten, want iedereen roept het uit: verberg ons voor de toorn van het Lam. Men vraagt zelfs, of de bergen op hun willen vallen:

 

Openb 6: 15, 16 En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam.

Niemand ontkent God meer. En toch kun je dan nog ontkomen aan de toorn van het Lam.'

 

In Israël verschijnen ‘de twee getuigen’. Men denkt daarbij aan Elia en Mozes of Henoch (daar zijn de meningen over verdeeld). Zij verschijnen zichtbaar in Jeruzalem en zij krijgen gedurende de eerste drieënhalf jaar volledige bescherming van de Here God. Zij krijgen macht om grote tekenen te doen.

Openb 11: 3 Mijn twee getuigen zal ik opdracht geven het rouwkleed aan te trekken en al die twaalfhonderdzestig dagen mijn boodschap te verkondigen.'

Na deze periode geeft God de antichrist toestemming om hen te doden. Ze liggen drie dagen dood in de straten van Jeruzalem. Men viert feest over dit gebeuren. Maar dan komt er weer een levensgeest in hen en gaan ze naar de hemel. Daarna komt er een aardbeving. Dat is te lezen is het volgende bijbelgedeelte:

Openb 11: 5 t/m 13 En indien iemand hun schade wil toebrengen, komt er vuur uit hun mond en het verslindt hun vijanden;  en indien iemand hun schade wil toebrengen, moet hij zo de dood vinden. Dezen hebben de macht de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt gedurende de Twee getuigendagen van hun profeteren; en zij hebben macht over de wateren, om die in bloed te veranderen en om de aarde te slaan met allerlei plagen, zo dikwijls zij willen. En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden. En hun lijk zal liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd. En uit de volken en stammen en talen en natien zijn er, die hun lijk zien, drie en een halve dag,  en zij laten niet toe, dat hun lijken in een graf worden bijgezet. En zij, die op de aarde wonen,  zijn blijde en verheugd over hen en zullen elkander geschenken zenden, omdat deze twee profeten hen, die op de aarde wonen, gepijnigd hadden. En na die drie en een halve dag voer een levensgeest uit God in hen, en zij gingen op hun voeten staan en grote vrees viel op allen, die hen aanschouwden. En zij hoorden een luide stem uit de hemel tot hen zeggen: Klimt hierheen op! En zij klommen naar de hemel op in de wolk, en hun vijanden aanschouwden hen. En te dien ure kwam er een grote aardbeving en een tiende deel der stad stortte in, en zevenduizend personen werden door de aardbeving gedood, en de overigen werden zeer bevreesd en gaven de God des hemels eer.'

 

In het volgende bijbelgedeelte lezen we over de bekering van Israël:

Hos 3: 1 t/m 5 (De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, die zich door een ander laat beminnen en overspelig is , gelijk de HERE de Israelieten bemint , die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken. Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen.  Want vele dagen zullen de Israelieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim.) Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil, in de dagen der toekomst.'

God doet hen tot inkeer komen, wanneer Hij een rechtvaardig oordeel over de aarde laat komen. Zie hierover ook de volgende tekst:

Jes 10: 20 t/m 23 En het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israel en wat van Jakobs huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid steunen zullen op de HERE, de Heilige Israels. Een rest zal zich bekeren, de rest van Jakob, tot de sterke God. Want, al ware uw volk, o Israel , als het zand der zee, een rest daaronder zal zich bekeren; verdelging is vast besloten, overvloeiende van gerechtigheid. Ja, een verdelging die vast besloten is, voltrekt de Here, de Here der heerscharen, in het midden van de ganse aarde.'

 

Israël is al tweeduizend jaar verblind voor het feit dat Jezus hun Messias is. God heeft dat zelf gewild, want het evangelie moest ook aan de heidenen (aan ons) worden gebracht en anders zou dat niet gebeurd zijn. Maar wanneer ‘de volheid der heidenen’ binnengegaan is, zal God de blinddoek bij zijn volk weghalen, en dan komen ze massaal tot bekering. Zie:

Rom 11: 25 t/m 28 Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis; een gedeeltelijke verharding is over Israel gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israel behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen,  Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden. En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem. Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil.'

 

Er zijn ook 144.000 eerstelingen uit het joodse volk, die tot bekering zijn gekomen.

Openb 7: 4 En ik hoorde het getal van hen, die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren verzegeld uit alle stammen der kinderen Israëls.'

Ook zij zijn door God verzegeld. Dat betekent dat hen niets kan gebeuren. Zij verkondigen de wereld dat er redding is.

Het evangelie wordt wereldwijd weer gebracht. En we lezen dat velen uit de volken (heidenen) ook nog tot geloof zullen komen. Velen worden nog martelaren, in die tijd. Ze sterven voor hun geloof. Over deze martelaren hebben we al gelezen, maar meer over hen kun je lezen in:

Openb 7: 9 t/m 17 Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natien en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God,  die op de troon gezeten is, en van het Lam!

(En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen.)

En een van de oudsten antwoordde en zeide tot mij: Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden, en vanwaar zijn zij gekomen? En ik sprak tot hem: Mijn heer, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen zijn het, die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel; en Hij, die op de troon gezeten is, zal zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens ; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.'

 

KRONEN EN KRANSEN

De Gemeente komt niet in de ‘ure der verzoeking’. Dat betekent dat de Gemeente niet meer op aarde is ten tijde van de verdrukking. Dat hebben we ook gezien in voorgaande hoofdstukken. Zo lezen we in:

Openb 3: 10 Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.'

 

Als de Gemeente door de Here Jezus is meegenomen naar de plaats die Hij voor haar bereid heeft, krijgt zij van God kronen en kransen.

Paulus zegt wanneer hij gaat sterven:

2 Tim 4: 7, 8 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad.'

Hij weet dat er een krans voor hem gereed ligt. En zo is dat het geval voor allen die de Here Jezus liefhebben. Je krijgt je krans of kroon bij de bèma. Dat is het griekse woord voor verhoging. Bij de sport zie je ook altijd zo’n verhoging, waarop de medailles worden uitgereikt. Er liggen allemaal verschillende kronen klaar. Zo krijgt iemand die als martelaar gestorven is, bijvoorbeeld  een martelaarskroon. je krijgt deze kroon niet door onze eigen werken, maar door de Here Jezus. Daarom legt iedereen de kroon die hij ontvangt ook direct weer af. Want door genade is men behouden. De Gemeente erkent Jezus: “Alles is voor U, door U en tot U”. Men erkent dat er geen eigen verdienste of eigen eer aan te pas komt.

Rom 11: 33 t/m 36 O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want: wie heeft de zin des Heren gekend? Of wie is Hem tot raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven, waarvoor hij vergoeding ontvangen moet? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen.'

 

Meer bijbelteksten die gaan over de kronen en kransen (beloningen) die klaarliggen: Openb 22:12 Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.'

Luc 14: 12 t/m 14 (Hij zeide ook tot die Hem genodigd had: Wanneer gij een middagmaaltijd of avondmaaltijd aanricht, roep dan niet uw vrienden of uw broeders of uw verwanten of uw rijke buren; die zouden immers op hun beurt u ook kunnen uitnodigen en gij zoudt terugbetaling ontvangen. Maar wanneer gij een gastmaal aanricht , nodig dan bedelaars, misvormden,  lammen en blinden.) En gij zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u terug te betalen.  Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen.'

(Zie ook Luc 19 11 t/m 27: de gelijkenis van de talenten).

1 Petr 5: 4 En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven.

Openb 2:10  Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens.'

 

DE GROTE VERDRUKKING OP AARDE

Jezus waarschuwde zijn discipelen dat er in de laatste dagen, vlak voor zijn terugkomst  op aarde “een grote verdrukking zal zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal” (Matt 24: 21). De Here Jezus doelde daarbij op de kortste, maar meest traumatische, profetische gebeurtenis die in de geschiedenis zal plaatsvinden.

In deze tijd zal de satan zelf vanaf de aarde regeren, samen met de antichrist (het beest) en de antigeest (de valse profeet); als een drie-eenheid. Dit is één van de vele dingen waarmee hij Gods drie-eenheid na-aapt.

Hij doet dan ook de grote opstanding van Jezus uit de doden na: hij staat nl ook op uit de dood, dat is één van de redenen waarom hij vele aanhangers krijgt. Dat lezen we in dit bijbelgedeelte:

Openb 13: 1 t/m 5 En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering. En het beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil als de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna, en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren? En hem werd een mond gegeven, die grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeenveertig maanden lang te doen.'

(Zoals we eerder in Openb 12 lazen wordt met de draak, de satan bedoeld.)

In die drieënhalf jaar is het op aarde zeer moeilijk om als pasbekeerde christen te leven. De satan probeert iedereen aan zijn regime te onderwerpen en zo bij God weg te houden.

God heeft voor deze periode echter ook nog meerdere oordelen in petto. Hierover wordt zeer lang en uitvoerig geschreven in de Openbaring. Dat gaan we tijdens deze studie echter niet behandelen. Deze bijbelstudie richt zich op datgene wat voor de Gemeente van Christus de toekomstverwachting is. (Lees meer…) 

 

DE BRUILOFT VAN HET LAM

Als de verdrukking voorbij is gebeurt het volgende:

Matt 24: 29 t/m 31 Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid . En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere.'

 

Alle mensen die tijdens de verdrukking tot Jezus hebben bekeerd, en die zijn gestorven, die worden ook nog opgenomen van de aarde, om bij Jezus en de Gemeente gevoegd te worden.

Openb 20: 4 En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.'

Allen zullen zij deel hebben aan het geweldige toekomstplan, zodat ook zij samen met Jezus als zonen van God terugkeren naar de aarde, om dan te regeren met Hem. Hierover lezen we in (alvast vooruitlopend op Hoofdstuk 5):

Rom 8: 19 Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods.'

Voordat ze naar de aarde terugkeren vindt eerst de bruiloft van het Lam plaats in de hemel.

Openb 19: 5 t/m 9 (En een stem ging uit van de troon, zeggende: Looft onze God, al zijn knechten, die Hem vreest, gij kleinen en gij groten! En ik hoorde als een stem van een grote schare en als een stem van vele wateren en als een stem van zware donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Here, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap aanvaard.)

Laten wij blijde zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt; en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen. En hij zeide tot mij: Schrijf, zalig zij, die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal des Lams. En hij zeide tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.'

Bruid en Bruidegom worden samen verenigd.


Door naar Eindtijdstudie 5

unsplash